Witte wijnen kunnen droog, heerlijk zoet of stevig zijn en worden opgedeeld in een aantal voorname stijlen.

Lichte, droge wijnen zoals Vinho Verde, Pinot Blanc, Muscadet zijn bedoeld om jong te drinken. Ze hebben geen vatrijping en kunnen goed gekoeld worden geschonken, zijn heerlijk om dagelijks te drinken, al dan niet bij een maaltijd.

Medium-volle tot droge, volle wijnen, zoals Chablis, Graves, Pouilly Fumé, Sancerre, Pouilly-Fuissé hebben meer structuur en vertonen de rijkdom van tropisch fruit. Deze wijnen kunnen gerijpt zijn in eiken vaten of op fles en zijn de ideale begeleider bij rijkere visgerechten en bij schaal-en schelpdieren.

Andere druivensoorten, zoals bv. Pinot Grigio uit Italië, Gewürztraminer uit de Elzas leveren bijzonder aromatische wijnen, die droog of halfdroog kunnen zijn.

Half zoete tot zoete wijnen, bv. Lambrusco, Jurançon, Côtes de Bergerac, Sauternes zijn minder geschikt om bij een voorgerecht en/of hoofdgerecht te worden gedronken. Zij zijn de perfecte match als aperitief, bij een lekker stuk citroentaart, bij blauwe kazen, zoals Roquefort.

Tip: zoek en proef de wijn waarvan u houdt; probeer eens een witte wijn van een minder bekende wijnstreek of van een hogere of lagere prijsklasse. Degusteren is op ontdekking gaan naar de wijn waarvan u geniet en blijft van genieten!